Op deze pagina vind je alles terug wat je nodig hebt om les 4 te kunnen maken. Veel succes!

Doel:

In deze les:

• oefen ik met de (tussen-)windstreken op een veld in mijn themaschrift.

Inleiding:

Bekijk het filmpje over het kompas.

Vraag 2:

Duid het noorden aan op het kompas door de letter N te schrijven.

Hieronder vind je een afbeelding met de windstreken op en een ezelsbruggetje (= een trucje) om deze te onthouden.

Vraag 3:

Kijk naar het rooster. Zet je vinger of een pion op het middelste vakje met een stuur.

Volg de stappen, duid in het groen aan op welk vakje je bent geëindigd.

1. Ga drie vakjes naar het noorden.
2. Ga twee vakjes naar het oosten.
3. Ga zes vakjes naar het zuiden.
4. Ga twee vakjes naar het westen.

Start opnieuw bij het stuur, duid deze keer in het paars aan op welk vakje je bent geëindigd.

1. Ga vier vakjes naar het noorden.
2. Ga één vakje naar het noordwesten.
3. Ga twee vakjes naar het westen.
4. Ga twee vakjes naar het zuidwesten.